Hoe de drie belangrijkste structuren in ons brein ons gedrag beïnvloeden: Begrijp Je Eigen Triggers.

Heb je ooit jezelf afgevraagd waarom je op een bepaalde manier reageert in bepaalde situaties? Vast wel. Vandaag leer je hoe de drie belangrijkste structuren werken in ons brein en wat ze doen met betrekking tot je gedrag. Dit wordt eenvoudig uitgelegd omdat er nog veel te ontdekken valt over ons brein. We bespreken vandaag de feiten.

In ons hoofd onderscheiden we drie belangrijke delen die ons gedrag bepalen, volgens de Amerikaanse arts en neurowetenschapper Paul MacLean. Dit zijn het reptielenbrein, het limbisch systeem en de cortex.

1. Reptielenbrein
Het reptielenbrein is het oudste deel van onze hersenen en werkt op dezelfde manier als dat van een reptiel of ander eeuwenoud dier. Dit brein is verantwoordelijk voor basisfuncties zoals temperatuurregulatie, het controleren van glucoselevels, en het vrijgeven van essentiële hormonen voor dagelijkse overlevingsfuncties. Het zorgt ervoor dat je in balans blijft.

2. Limbisch Systeem (Emotiegericht)
Het limbisch systeem is typisch voor zoogdieren. Een hagedis heeft weinig op met emoties, maar zoogdieren wel. Dit deel van het brein houdt zich bezig met emoties zoals angst, opwinding, ongerustheid en seksueel verlangen. Stel je voor dat je als dier in een weide staat en je botst tegen een ander dier aan. Het daaropvolgende gedrag wordt aangestuurd door het limbisch systeem.

3. De Cortex
De cortex is het nieuwste deel van onze hersenen, wat ons het vermogen geeft tot abstract en cognitief denken. Hoewel veel dieren een cortex hebben, is die van mensen bijzonder ontwikkeld. De cortex zorgt ervoor dat we complexe problemen kunnen oplossen en abstract kunnen denken.

Hoe Deze Lagen Samenwerken
Laten we deze drie lagen eens bekijken en hoe ze elkaar beïnvloeden.

Laag 1: Reptielenbrein
Het reptielenbrein is de basislaag die zorgt voor overlevingsfuncties. Deze laag wordt direct geactiveerd door basisbehoeften zoals honger en dorst.

Laag 2: Limbisch Systeem
Het limbisch systeem kan het reptielenbrein activeren door een emotionele staat. Stel je voor dat je als dier in een weide staat te grazen en plotseling bedreigd wordt door andere dieren. Je limbisch systeem activeert je reptielenbrein en je ervaart een stressrespons: je hart gaat sneller kloppen, een emotionele reactie die een fysieke respons veroorzaakt.

Laag 3: Cortex
De cortex activeert de andere lagen door zijn vermogen tot abstract en cognitief denken. Stel je voor dat je naar een emotionele film kijkt. Er is geen direct gevaar, maar door de abstracte en cognitieve werking van je cortex wordt je limbisch systeem geactiveerd, wat vervolgens je reptielenbrein beïnvloedt. Dit resulteert in fysieke reacties zoals een versnelde hartslag, zelfs zonder daadwerkelijk gevaar.

Voorbeeld: Rijangst
Laten we eens kijken hoe deze lagen samenwerken in het geval van rijangst.

Laag 3 (Cortex)

Trigger: Je ziet een verkeersbord dat aangeeft dat je de snelweg op gaat.
Reactie: Een duidelijke negatieve gedachte komt op.

Laag 2 (Limbisch Systeem)

Emotie: Je denkt aan de mogelijke gevolgen of doemscenario’s.
Laag 1 (Reptielenbrein)

Fysieke reactie: Je hart en ademhaling versnellen.
Voor iedereen kan de trigger anders zijn. Het is belangrijk om te weten wat jouw specifieke trigger is zodat je begrijpt wat er gebeurt en er beter mee om kunt gaan.

Herken je eigen triggers
Het herkennen van je eigen triggers is cruciaal bij het omgaan met rijangst. Hier zijn enkele voorbeelden van mogelijke triggers en wat je zou kunnen doen om hiermee om te gaan:

Drukke wegen of snelwegen:

Trigger: Je ziet een bord dat aangeeft dat je een  autoweg of snelweg nadert.
Reactie: Negatieve gedachten komen op, gevolgd door angst en fysieke reacties zoals een versnelde hartslag.
Aanpak: Gebruik kalmeringstechnieken zoals diepe een aandachtige ademhaling of mindfulness. Dit helpt om je limbisch systeem te kalmeren en de stressreactie van het reptielenbrein te verminderen.

Rijden in slecht weer:

Trigger: Je ziet donkere wolken of het begint te druppelen terwijl je rijdt.
Reactie: Je voelt je angstig en je lichaam reageert met spanning.
Aanpak: Zorg ervoor dat je goed voorbereid bent op slecht weer door je rijtechnieken te verbeteren en ervoor te zorgen dat je auto en vooral de banden in goede staat zijn. Oefen ook in “voor jouw” veiligere omstandigheden zodat je je zekerder gaat voelen

.
Onbekende routes:

Trigger: Je moet naar een onbekende bestemming rijden.
Reactie: Je voelt je ongerust en je gedachten gaan naar worst-case scenario’s.
Aanpak: Plan je route van tevoren en gebruik een GPS-systeem om je te begeleiden. Probeer het onbekende gebied eerst virtueel te verkennen via kaartdiensten. Vaak helpt de gedachte: ik ben pas verdwaald als er geen weg meer is en de benzine op is!

Door inzicht te krijgen in hoe drie structuren in ons brein samenwerken, kunnen we beter begrijpen waarom we op bepaalde manieren reageren en hoe we ons gedrag kunnen aanpassen om beter met stressvolle situaties om te gaan.

Wat is jouw trigger en hoe ga je hier mee om?


Laat je inzicht achter in het reactieveld hieronder.