Connie Palmen (schrijfster 1955) schreef:

Je moet doen waar je bang voor bent, want dat is het veiligste.

Het heeft even geduurd voordat ik wist hoe ik dit artikel het beste kan schrijven. Want waar heb / had ik vroeger nu angst voor. De foto geeft al een eerste hint.

Op 15 jarige leeftijd ging ik op karate een sport met veel discipline, doorzettingsvermogen en respect. Wat er vaak in dit rijtje niet genoemd wordt is je angst aangaan. In de karatefilms zie je de hoofdrolspeler nooit bang zijn. En toch was ik dat wel!

 

  • Bang om klappen te krijgen
  • Bang om te huilen als je pijn had
  • Bang om uitgelachen te worden
  • Bang om niet goed genoeg te zijn.
  • Bang om te verliezen tijdens een evenement of wedstrijd

Door de jaren heen leer je hier mee omgaan. Ook na een harde / zware training er de volgende week weer staan. Dat heb ik geleerd. Knokken voor wat je wilt.

 

Wat was nu het nadeel?

Na 10 jaar ben ik gestopt met de vechtsport en welke kennis heb ik meegenomen waar jij nu wat aan hebt?

 

Als je bang bent is nadenken en/of luisteren bijna onmogelijk. Alles gaat op de automatische piloot (of dat nu goed is of niet)

 

Tijdens wedstrijden stond de coach te roepen waar ik op moest letten of kon uitvoeren, geen idee wat die beste man zei, ik moest ook weer naar huis toe (en als het kan in één geheel) Dus spreekwoordelijk de ogen dicht en gaan. Knokken!!!!

Wat heb jij nodig?

Zit je in de auto en ervaar je een “paniek aanval” dan kunnen mensen tegen je zeggen wat ze willen, je hoort en doet het waarschijnlijk toch niet. Simpelweg omdat je aan het overleven bent! Vaak is een oplossing om zo snel mogelijk uit die vervelende situatie te stappen. Je zou dit ook kunnen vertalen naar het (fight or flight principe)

 

 

Wat wel te doen?

Opbouwen is het sleutelwoord. In kleine stapjes werken naar je tussenstap doel. En het is oke als je (een beetje) bang bent. Als je een spanning ervaart tussen 7 – 8 ben je al prima aan het werk. (waarbij 0 geen spanning is en 10 een maximale spanning) je kan dan nog steeds informatie tot je nemen en uitvoeren. Hoe hoger de spanning hoe lastiger het is opdrachten uit te voeren.

 

Leer je spanning te controleren

Door ademhalingsoefeningen, vaak weten cliënten al hoe ze deze kunnen toepassen, blijf dit doen! En dan het oefenstuk in de auto, merk eens op wat je daadwerkelijk voelt in de auto, denk maar eens aan de trilling in je onderrug, benen, billen, misschien voel je het wegdek wel in het stuur of trillingen van de motor als je met je knie tegen de middenconsole steunt.

Luister naar wat je hoort: (zet de radio eens uit) banden over het wegdek, windgeruis langs de ramen, vrachtauto die je inhaalt, geluid van de motor geef het eens aandacht.

Kijk eens wat je ziet: doe deze stap als laatste en begin ook hier weer in kleine stapjes / momentjes ergens anders te kijken dan dat je “normaal” doet. Bewust en met aandacht, je gaat zoveel meer zien 🙂

 

Op welke manier laat jij het “vechten” los in de auto?


Laat je antwoord achter in het reactieveld hieronder.