Strategieën zijn er vele, echter voor het aanpakken van rijangst zijn ze er nauwelijks (na aardig wat onderzoek te hebben gedaan) daarom heb ik een strategie ontwikkeld die makkelijk is te volgen.

In het MASTR systeem wat je van rijangst afhelpt heb ik een volgorde gemaakt van stappen die het eenvoudig en simpel maakt om te volgen. Daarbij ook de grootste fouten die je kunt maken zijn omschreven in deze strategieën.

Om te beginnen is het natuurlijk belangrijk om bij het begin te beginnen, zorg er dus voor dat je de M en de A van het MASTR systeem onder de knie hebt. Heb je geen idee waar ik het nu over heb dan eerst op deze link klikken voordat je verder gaat met lezen.

 

De S staat voor Strategie.

Een strategie is een logische opvolging van acties die uiteindelijk leiden naar je doel. Om een voorbeeld te geven.

Je bent angstig om op de snelweg te rijden en je kiest ervoor om in de auto te stappen en direct 50 kilometer te gaan rijden midden in de spits. Zonder enige voorbereiding ga je op pad en komt er dan al snel achter dat dit niet het meest briljante is wat je ooit hebt bedacht. De logische opvolging van de tussenstappen mis je in dit geval

 

Hoe dan wel?

Tijd: Stel voor jezelf een tijd in om te oefen. Bijvoorbeeld 10 minuten op de autosnelweg.

Formulier: Vul het huiswerkformulier in waar je de vorderingen bijhoud

Dagen: Oefen minimaal 2x per week (uitbouwen naar 5x is een mooi doel)

Progressie: Pas de tijd van oefenen aan aan de spanning die je ervaart.

Helper: Schakel een helper in als je dit fijn vindt en mogelijk is.

 

Aandachtspunten

Tijd: In het begin is het even zoeken naar de balans tussen onaanvaardbare angst en aanvaardbare angst. Je schrijft daarom de tijd op die je gaat oefen en hou je daaraan. Het kan zijn dat je na 5 minuten zeer angstig voelt of na 30 minuten volg de tijd die je jezelf hebt opgelegd. Soms voelt het dat je het nodig vindt om te stoppen…… ga door!

Dagen: Begin met 2x per week met oefenen, in het begin is een zondagochtend een ideaal begin, stap daarna over naar een zondag  middag. Gaat dit beter dan is de zaterdag ochtend aan de beurt en daarna een doordeweekse dag. Op een doordeweekse dag is het tussen 06.30 en 09.00 uur spits en om 15.30 tot 18.30 spits. Bouw het aantal uit naar meer dagen naarmate je gewend bent en spanning weinig met je doet. LET OP een bepaalde spanning moet aanwezig blijven, dit is je alertheid.

Progressie: Geweldig als je progressie maakt, let op de valkuil dat je denkt “dit is voldoende” je bent er nog niet. Dit kan je zien op je huiswerkformulier. Hou daarom je huiswerk goed bij.

Helper: Een helper of ondersteuner is voor veel mensen handig omdat je van buitenaf steun kan ervaren. Dit heeft als voordeel dat je het gevoel kan krijgen dat je er niet alleen voor staat. Harde eisen voor een helper: Maak van te voren duidelijke afspraken over wat je wel of niet wilt, bijvoorbeeld mag de helper een stuuringreep doen of op welke manier wil je gemotiveerd worden. Maak duidelijke afspraken vooraf over het hoe en wat.

Praktische strategische tips: Hyperfocus (het vastkijken op een vast punt) Kijk om de 5 seconden in de biinnenspiegel of door een zijraam. Tintelend gevoel: Span en ontspan de betreffende spiergroep, Nare gedachtes: verzin van de letters van het kenteken voor je plaatsnamen of kijk gedetailleerd wat er bijzonder is aan de auto voor of achter je (hoe oud is de bestuurder, zijn er meer mensen in de auto, wat is het kenteken enz.) Piano spelen met je vingers op het stuur helpt ook vaker.

Nu je deze strategieën kent ben ik enorm benieuwd welke stap voor jou de meeste invloed zal hebben. Is dat de tijd, progressie, dagen of helper.

Wat heeft voor jou de meeste invloed op het oefenen?

Laat het me weten in het reactieveld hieronder en ontvang het huiswerkformulier GRATIS. Zodat je zelf je vorderingen, tijd, progressie en angst bij kunt houden.